Raad van State verklaart zich onbevoegd vanaf betekening dwangbevel tot betaling administratieve geldboete
Zonder nader in te gaan op de draagwijdte van de rechtsmacht en het aanhangige burgerlijke geschil, stelt de Raad dus vast dat de betekening van een dwangbevel hoe dan ook zou maken dat de rechtsmacht van de Raad vervalt.
Zolang er geen dwangbevel wordt betekend, zou de Raad dus wel beschikken over de rechtsmacht om kennis te nemen van de beroepen die gericht worden tegen de beslissingen tot het opleggen van de geldboete. De wettigheidscontrole die de Raad van State in dergelijk geval uitoefent, verschilt niet van de wettigheidscontrole die de rechtbank kan uitoefenen wanneer zij kennis neemt van een verzet op grond van artikel 69, § 2, van het Mestdecreet.