Belasting op tweede verblijven in Koksijde strijdig met het gelijkheidsbeginsel

De discussie omtrent de wettigheid van de tweedeverblijftaksen in De Panne, Knokke en Koksijde sleept al enkele jaren aan. Eerder werd in mei 2023 ook al de tweedeverblijfstaks van Knokke door het hof van beroep te Gent onwettig verklaard. Door het hof wordt nu ook duidelijk standpunt ingenomen, voor wat betreft Koksijde.

In een arrest van 6 februari 2024 verklaart de vijfde kamer van het hof van beroep te Gent het belastingsreglement op tweede verblijven in strijd met het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Opvallend, want in eerste arresten van 31 oktober 2023 (in de zaak met rolnummer 2022/AR/1041) en van 21 november 2023 (in de zaken met rolnummers 2022/AR/1046, 2022/AR/1047 en 2022/AR/1051) werd door het hof nog een duidelijk andersluidend standpunt ingenomen.

Concreet is het hof van oordeel dat de verantwoording die de gemeente Koksijde hanteert in het belastingreglement, m.n. de bescherming van het residentieel wonen in de gemeente, de verhoging van de permanente bewoning en het aantrekken van meer inwoners, redelijkerwijze niet aanneembaar is. Volgens het hof zou dit geen reden vormen om de vaste inwoners en de tweede verblijvers als niet vergelijkbaar te beschouwen en een verdere toetsing aan het gelijkheidsbeginsel uit te sluiten. Het hof stelt dat deze verantwoording het invoeren van een verschillend fiscaal stelsel tussen vaste inwoners die kunnen genieten van het 0%-tarief van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting, enerzijds, en tweede verblijvers die onderworpen zijn aan de tweedeverblijfstaks, anderzijds, niet objectief kan verantwoorden.

De doelstelling van de gemeente om in een compensatie te voorzien voor de investeringen die de gemeente (rekening houdend met de prijsdruk op de woonmarkt door de aanwezigheid van tweede verblijvers en het gebrek aan huurwoningen) moet doen in sociale en betaalbare woningen is volgens het hof geen afdoende verantwoording om de belasting enkel ten laste te leggen van de eigenaars van tweede verblijven aangezien ze op geen enkele wijze redelijkerwijze objectief onderbouwd is.

De redenering uit de preambule van het belastingsreglement dat de gebruikers van de tweede verblijven bij gebrek aan permanente bewoning niet bijdragen aan de algemene gemeentebelasting, kan de stelling dat de belasting op tweede verblijven geen compensatoir karakter zou hebben, niet schragen. Dit maakt volgens het hof dat de vaste inwoners van de gemeente en eigenaars tweede verblijvers door het hof als twee vergelijkbare categorieën worden beschouwd, die fiscaal anders worden behandeld. Er wordt hen immers een manifest hoger bedrag (tot 7 keer meer) aan belasting opgelegd, dan de inwoners die via de algemene gemeentebelasting bijdragen.

Het hof besluit dan ook als volgt:

‘Zij vallen immers onder het toepassingsgebied van het belastingreglement daar waar personen die zich, gelet op het eigenlijke doel van de belasting, in een gelijke situatie bevinden in feite niet aan een dergelijke belasting onderworpen zijn. De verantwoording die de gemeente Koksijde hanteert in het belastingreglement, met name de bescherming van het residentieel wonen in de gemeente, de verhoging van de permanente bewoning en het aantrekken van meer inwoners, is niet redelijkerwijze aanneembaar’

Uit dit arrest blijkt nogmaals dat de correcte motivering van de aard en modaliteiten van de belasting doorslaggevend is, net als het tarief van de belasting dat wordt vastgelegd en de verschillende belastingsplichtige categorieën en vrijstellingsmogelijkheden.

Previous
Previous

Gemeenteraadsbeslissing over zaak der wegen moet kunnen worden hersteld na vernietiging in graad van beroep

Next
Next

Raad van State stelt bevoegdheidsverdeling op scherp