Niet (tijdig) meedelen van informatie is aflopend en geen voortdurend misdrijf

In een arrest van 3 september 2024 met nr. 260.561 wordt door de Raad van State uitspraak gedaan over een opgelegde administratieve geldboete aan de leasingmaatschappij van één van de grootste autofabrikanten ter wereld. De administratieve geldboete werd opgelegd wegens het niet tijdig meedelen van informatie aan het centraal aanspreekpunt voor rekeningen van financiële contacten, of het CAP (Centraal AanspreekPunt van rekeningen en financiële contacten).

De leasingmaatschappij, die werd bijgestaan door publieq advocaten, kreeg een administratieve geldboete van 150.000 euro opgelegd naar aanleiding van het niet voldoen aan de informatieverplichtingen aan het CAP. Het kunnen meedelen van alle informatie vereist immers een complexe technische informatiedoorstroming, die niet voor de hand ligt.

Na een eerste vaststelling over het gebrekkig doorstromen van informatie op 20 april 2021, volgde een administratieve geldboete op 21 december 2022. Tussen het moment van vaststelling en de uiteindelijke geldboete, werd door de leasingmaatschappij aanhoudend informatie aangeleverd over de stappen die werden gezet om te voldoen aan de informatieverplichting. De problematiek kon omwille van technische specificaties evenwel niet onmiddellijk opgelost worden.

Artikel 13, §1 CAP-wet bepaalt dat een administratieve geldboete wegens het niet naleven van de informatieverplichtingen moet worden opgelegd binnen het jaar na de vaststelling. De boetebeslissing dateert van geruime tijd later. De FOD Financiën was evenwel van oordeel dat het hier ging om een inbreuk met een voortdurend karakter, doordat in de tijd na de vaststelling nog geen oplossing werd gevonden voor het technische probleem.

De Raad van State oordeelt evenwel dat de inbreuk geen voortdurend karakter heeft, maar een aflopend karakter kent:

‘Artikel 13, § 1, vierde lid, van de wet van 8 juli 2018 sanctioneert aldus met een administratieve geldboete, het niet-naleven door de informatieplichtige van de in diens hoofd bestaande wettelijke informatieverplichting. Anders dan hoe de verwerende partij dit ziet, heeft deze inbreuk geen voortdurend karakter, maar een aflopend karakter: de strafbare gedraging bestaat niet uit een ononderbroken wederrechtelijke toestand die wordt gehandhaafd, maar uit het enkele feit van (op een bepaald tijdstip) niet onverwijld te voldoen aan de wettelijk gestelde informatieverplichting. Deze inbreuk is voltrokken op het ogenblik dat met betrekking tot ieder van de cliënten van de informatieplichtige, die wettelijk bepaalde informatie niet onverwijld aan het CAP is meegedeeld. De inbreuk ontstaat derhalve telkens weer als niet wordt voldaan aan deze wettelijke verplichting en zulks door de handhavende overheid wordt vastgesteld. De omstandigheid dat het plegen van de inbreuk blijvende gevolgen heeft, met name dat geen informatie is meegedeeld, doet hieraan geen afbreuk.’

[eigen aanduiding]

De Raad is dus van oordeel dat de omstandigheid dat op latere tijdstippen opnieuw werd vastgesteld dat nog geen informatie werd aangeleverd aan het CAP, niet relevant is voor de aanvangsdatum van de verjaringstermijn. De boetebeslissing wordt dan ook vernietigd. Het valt o.i. niet uit te sluiten dat deze lijn kan worden doorgetrokken naar andere sectorreglementering.

Previous
Previous

Kennelijk onzorgvuldige en onredelijke houding leidt tot toepassing dwangsomregeling RvVb

Next
Next

Lijst met handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is gewijzigd én uitgebreid