Ook tiny houses moeten gelegen zijn aan een voldoende uitgeruste weg
In een arrest van 20 april 2023 (nr. RvVb-A-2223-0775) oordeelt de Raad voor Vergunningsbetwistingen dat ook tiny houses aan een voldoende uitgeruste weg moeten liggen en dat wandelpaden als toegangsweg niet volstaan. De Raad stelt hierover:
‘De verwerende en de eerste tussenkomende partij wijzen er ten eerste op dat de percelen 1 en 3 bereikbaar zijn via specifieke bestaande wandelpaden. Hoewel de partijen dit niet met zoveel woorden opwerpen, kan met de verzoekende partij in elk geval geoordeeld worden dat deze wandelpaden geen private toegangswegen uitmaken waarvoor niet zou moeten voldaan zijn aan de eisen van de minimale weguitrusting voor zover ze aansluiten op een onvoldoende uitgeruste weg. Deze vrijstelling van de vereiste minimale weguitrusting geldt immers enkel voor private toegangswegen tot commerciële, ambachtelijke of industriële gebouwen en niet tot (verblijfs)recreatieve gebouwen.’
De Raad concludeert dan ook dat de vereiste van de ligging aan een voldoende uitgeruste weg niet evolutief kan worden geïnterpreteerd, zelfs niet in het licht van het ‘relatief nieuwe concept’ van tiny houses:
‘De verwerende partij stelt vervolgens nog dat toch van de voorwaarde van een voldoende uitgeruste weg kan worden afgeweken omdat artikel 4.3.5 VCRO evolutief zou moeten worden geïnterpreteerd. Ook de tussenkomende partijen verwijzen naar het specifieke concept van de slow cabins, dat de bedoeling heeft om via wandelpaden de impact op de omgeving zo beperkt mogelijk te houden, zodat niet wordt toegelaten dat er naast of vlakbij de cabine geparkeerd wordt. Samen met de verzoekende partij oordeelt de Raad evenwel dat een dergelijke zogenaamde evolutieve interpretatie indruist tegen de letterlijke en duidelijke bewoordingen van artikel 4.3.5 VCRO en de parlementaire voorbereiding daarbij.’