Lijst met handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is gewijzigd én uitgebreid
Wijziging en uitbreiding Vrijstellingsbesluit voor stedenbouwkundige handelingen vanaf 24 augustus 2024
Solitaire windturbine toch niet zo voor de hand liggend
Verder gaat de Raad in een eerste middel uitgebreid in op de locatie van de windturbine, nu de rotordiameter maakt dat wordt geflirt met de grens van het industriegebied. Er is dus wiekoverdraai binnen het industriegebied. Bovendien impliceert de oprichting van de windturbine de plaatsing van een middenspanningscabine en de kap van 2 bomen, beide in de bufferzone.
Einde afwerkingsregel van zonevreemde wachtgevels?
Onder motivatie dat de afwerkingsregel in zijn huidige vorm leidt tot uitbreiding van de lintbebouwing, tot extra ruimtebeslag en tot bijkomende zonevreemdheid en daarmee dus in aanvaring komt met vrijwaring van de open ruimte en de bouwshift, wordt de regeling opgeheven. Deze regel zal enkel nog kunnen worden toegepast in woonreservegebieden. Wel wordt in dat geval de beperking dat het perceel waarop de nieuwe woning wordt opgericht niet groter mag zijn dan 650 m² opgeheven.
Regularisatie zonevreemde functiewijzigingen eindelijk mogelijk!
Een gekend pijnpunt in het Vlaamse omgevingsrecht is dat regularisaties van zonevreemde functiewijzigingen niet toegelaten zijn. Zo kan voor een leegstaande landbouwsite die een andere invulling gekregen heeft (door bijvoorbeeld een residentiële bewoning of een bedrijfje dat zich daar settelde) geen regularisatie van die functiewijziging worden doorgevoerd. Om een functiewijziging vergund te krijgen, moet er immers sprake zijn van een hoofdzakelijk vergunde constructie. Door het feit dat de landbouwers vertrokken zijn en er zich een nieuw gezin in de hoeve vestigde, is de landbouwwoning niet langer vergund want deze heeft een residentieel karakter gekregen.
Waterdoorlatende bedekking is verharding en dus vergunningsplichtig
Er bestaat in de praktijk een groot misverstand over verharding en de omgevingsvergunningsplicht ervan. De overtuiging durft nogal eens te heersen dat verharding (denk aan grasdallen, steenslag, oprit in kiezelsteen, kunstgras) geen vergunningsplichtige verharding is, omdat deze waterdoorlatend zou zijn.
Niets is minder waar.
Het loutere feit dat op een grond / bodem louter siersteen of lavasteen werd aangebracht en dat het geheel waterdoorlatend is, ontslaat de aanbrenger ervan niet van het bekomen van een omgevingsvergunning. De vraag die moet worden gesteld is of de bodembedekking de originele bodem daadwerkelijk verhardt.
Procedureslag kan overmacht zijn bij toepassing zonevreemde basisrechten
Waar de verzoekende partij stelt dat de rechtsfiguur ‘overmacht’ geen toepassing kan vinden in de beoordeling van de aanvraag omdat artikel 4.4.21 VCRO dit niet (expliciet) voorziet, verliest zij uit het oog dat dit een algemeen rechtsbeginsel vormt dat inhoudt dat niemand tot het onmogelijke is (of kan) gehouden (worden). Ook het Grondwettelijk Hof bevestigde meermaals dat het een algemeen rechtsbeginsel is dat de strengheid van de wet in geval van overmacht kan worden gemilderd.
Overgangsmaatregelen stikstof verlengd voor hernieuwingsaanvragen
De stikstofsaga en de bijhorende rechtsonzekerheid blijft aanhouden door het uitblijven van de (nieuwe) definitieve Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Dit maakt ook dat heel wat landbouwbedrijven die stikstofemissies met zich meebrengen, geen zekerheid hebben over de hernieuwing van hun omgevingsvergunning. Om hier een mouw aan te passen, werd eerder artikel 394/2 van het Omgevingsvergunningsdecreet al gewijzigd, waarbij een verlenging werd mogelijk gemaakt tot 31 december 2023.
Raad van State niet bevoegd voor de beslissing omtrent 30 jaar (on)gebruik gemeenteweg
De beslissing om een grondstrook in overweging te nemen kan worden aangevochten bij de Raad van State. Zodra er effectief standpunt wordt ingenomen over het dertig jarig gebruik, dient de burgerlijke rechter te worden gevat.
Onteigenen ter preventie van overstromingen. Actueler dan ooit
Daarbij komt ontegensprekelijk de figuur van de onteigening door de overheid in het vizier.
Iets meer dan een maand geleden gaf Meindert Gees als advocaat in omgevingsrecht in diezelfde krant juridische duiding bij de overwegingen inzake onteigening van de Vlaamse regering.
Beroepstermijn RvVb tegen registratiebeslissing start vanaf de feitelijke kennisname
De RvVb heeft in een recent arrest van 21 december 2023 met nummer RvVb-A-2324-0305 om die reden een exceptie wegens laattijdigheid van een beroep gericht tegen een registratiebeslissing verworpen. De RvVb oordeelde dat omwille van voormelde ongrondwettigheid de beroepstermijn voor een belanghebbende derde aanvangt vanaf de datum van feitelijke kennisname van de beslissing en dus niet langer vanaf de dag na de opname van de constructie in het vergunningenregister.
Raad voor Vergunningenbetwistingen binnenkort bevoegd voor beroepen tegen RUP’s, stedenbouwkundige verordeningen en complexe projecten
Met dit decreet wil de Vlaamse regering de doorlooptijd van de jurisdictionele beroepsprocedures tegen ruimtelijke uitvoeringsplannen, stedenbouwkundige verordeningen, voorkeurs- en projectbesluiten m.b.t. complexe projecten inkorten. Ze heeft daarom beslist om de huidige beslissingsbevoegdheid van de Raad van State over te dragen naar de Raad voor Vergunningenbetwistingen (RvVb).
Goedkeuring tijdelijk handelingskader voor PFAS bij bodemsanering en grondverzet
Op 24 juli 2023 maakte de Vlaamse regering bekend dat een besluit werd goedgekeurd dat een tijdelijk handelingskader aanreikt voor het gebruik van PFAS-houdende bodemmaterialen in het kader van grondverzet.
Nieuwe omzendbrief 'afwegingskader en randvoorwaarden voor de oprichting van windturbines'
Het principe van de clustering wordt verlaten, nu het niet meer zinvol wordt geacht om noodzakelijkerwijze drie windturbines te eisen, terwijl met één of twee windturbines eenzelfde dan wel een grotere energetische opbrengst kan worden bekomen. De inplantingsmogelijkheden (aantal en dimensies) worden bepaald op grond van een balans tussen de ruimtelijke draagkracht en het energetisch optimalisatieprincipe.
Nieuwe ministeriële instructie voor de beoordeling van stikstofuitstoot bij vergunningsaanvragen
Uit de instructie blijken een tussentijdse aanpak voor de beoordeling van stikstofdeposities, een tussentijds kader voor NOx-emissies en een tussentijds kader voor NH3-emissies (landbouw en mestverwerkingsinstallaties).