Raad van State vernietigt RUP zandwinning Bocholt door gebrekkige beoordeling instandhoudingsdoelstellingen en klimaatimpact
In een arrest van 4 juli 2023 met nr. 257.052 vernietigt de Raad van State het op 27 mei 2021 door de gemeente Bocholt vastgestelde ruimtelijk uitvoeringsplan dat meer dan 120 hectare van het boscomplex in de deelgemeente Kaulille bestemt tot zandwinningszone. Hiervoor zou op termijn 100 hectare bos moeten verdwijnen.
De Raad herinnert in het arrest aan de finaliteit van de passende beoordeling en stelt als volgt:
'Zoals bevestigd is in ’s Raads arrest nr. 252.314 van 3 december 2021, blijkt uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie dat een passende beoordeling geen leemten mag vertonen en volledige, nauwkeurige en definitieve constateringen en conclusies moet bevatten die elke redelijke wetenschappelijke twijfel over de gevolgen van de plannen of projecten voor het betrokken beschermde gebied wegnemen (HvJ, 7 november 2018 (samengevoegde zaken C-293/17 en C-294/17), randnr. 98; HvJ 25 juli 2018, Grace en Sweetman, zaak C 164/17, randnr. 39). Dezelfde rechtspraak stelt dat de nationale rechter – teneinde erop toe te zien dat voldaan wordt aan alle genoemde eisen – dient over te gaan tot een grondige en volledige toetsing van de wetenschappelijke deugdelijkheid van de passende beoordeling.'
Evenwel stelt de Raad vast dat de passende beoordeling de in 2014 vastgelegde instandhoudingsdoelstellingen onvoldoende in rekening brengt:
'Voor (het leefgebied) van de zwarte specht is het door dit besluit vastgestelde doel – zoals vermeld (randnr. 6.2) – een stijging van oppervlakte of populatiegrootte of een verbetering van de kwaliteit, waarbij de populatie van de zwarte specht in 2014 ingeschat is op tussen 19 en 25 broedparen. Dat er een stijging of verbetering moet worden nagestreefd, wordt in de uitgevoerde passende beoordeling genegeerd door op grond van de stelling dat het overblijvende bos in de speciale beschermingszone voldoende ruim zal zijn voor een populatie “tot 23 broedparen” aan te nemen dat de doelstelling van “minstens 19 broedparen” gerespecteerd is. Wat de aard van het ter realisatie van het bestreden gemeentelijk RUP te vernietigen bos betreft, is het terecht dat verzoekster aanvoert dat de uitgevoerde passende beoordeling geen nauwkeurige constateringen bevat. Immers, op de ene bladzijde luidt het dat het voor de zwarte specht “matig geschikt leefgebied” is, terwijl twee bladzijden verder gesteld wordt dat het deel uitmaakt van een boscomplex met “zeer geschikt” leefgebied voor dezelfde vogelsoort.'
Verder heeft de gemeente onvoldoende aandacht geschonken aan het ongunstige advies van het agentschap Natuur en Bos van het Vlaamse Gewest. Dat advies stelt onder meer dat het boscomplex behouden moet worden om het in te zetten als een doeltreffende oplossing voor de uitdagingen op het vlak van het klimaat.