Stemplicht bij Europese verkiezingen voor 16-plussers

Middels een arrest van 21 maart 2024 met nr. 35/2024 schorst het Grondwettelijk Hof de wetsbepaling uit de wet van 25 december 2023 die stelt dat 16- en 17-jarigen mogen deelnemen aan de verkiezingen zonder voorafgaande registratie, nu sprake blijkt van een schending van het gelijkheidsbeginsel door de voorziene gunstregeling van de stemplicht voor minderjarigen. Dit regime verschilt van het regime voor meerderjarigen, die verplicht zijn om deel te nemen aan de stemming, op straffe van een sanctie. 16- en 17-jarigen mogen immers deelnemen aan de verkiezing zonder verplichting en kunnen ook niet worden gesanctioneerd indien zij niet deelnemen.

Het Hof buigt zich over de schending van het gelijkheidsbeginsel en stelt als volgt:

‘De bestreden bepaling roept een verschil in behandeling tussen twee categorieën van kiezers in het leven, in zoverre zij de 16- en 17-jarigen een louter stemrecht zonder stemplicht toekent, terwijl zij de meerderjarige kiezers aan een stemplicht onderwerpt.

[…]

Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever de stemplicht voor de 16- en 17-jarigen heeft afgewezen wegens de bijzondere rechtspositie van minderjarigen, enerzijds, en omwille van de doelstelling om geen ongewenste druk te creëren ten aanzien van die jongeren, maar te voorzien in een stimulerende overgangsfase van niet-verplichte stemming, anderzijds. De voormelde verantwoording lijkt evenwel geen dwingend motief van algemeen belang te vormen dat een verschil in behandeling van de kiezers naargelang zij meerderjarig of minderjarig zijn, en dat in het licht van een wezenlijk kenmerk van het stemrecht, kan rechtvaardigen. Het verplichte karakter van de stemming lijkt overigens geen beletsel te vormen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de wetgever.’

Het bestaan van het risico op een moeilijk te herstellen ernstig nadeel schuilt volgens het Hof in de vaststelling dat de Europese verkiezingen van 9 juni 2024 anders ongrondwettig zouden worden georganiseerd.

Het Hof schorst dus het bewuste artikel 13 uit de wet van 25 december 2023, waardoor de deelname aan de stemming voor de verkiezingen van het Europees Parlement ook verplicht wordt voor minderjarigen ouder dan 16 jaar.

Het arrest kadert in een reeks procedures die worden gevoerd over de uitbreiding van het stemrecht en de voorafgaandelijke registratieplicht.

In een arrest van 20 juli 2023 met nr. 116/2023 besliste het Grondwettelijk Hof al dat de voorafgaandelijke registratieplicht voor 16- en 17-jarigen niet redelijk verantwoord was.

Toen werd in een persbericht het volgende gecommuniceerd:

‘Het Hof is van oordeel dat de wetgever, in het licht van de doelstelling van democratische vernieuwing en binnen de grenzen van zijn beoordelingsbevoegdheid het stemrecht voor die verkiezingen kon uitbreiden tot 16- en 17-jarigen. Volgens het Hof is het evenwel niet redelijk verantwoord om voor de 16- en 17-jarige Belgen de uitoefening van dat stemrecht afhankelijk te maken van de vereiste om een aanvraag in te dienen om ingeschreven te worden op de kiezerslijst.’

Het Hof oordeelt verder nog dat de schorsing van deze bepaling geen gevolgen zal hebben voor de regelmatigheid van de verkiezing van 9 juni 2024, onder verwijzing naar haar eigen vernietigingsarrest met nr. 116/2023.

Previous
Previous

Raad van State schorst toelating pop-up zomerbar in landschappelijk waardevol agrarisch gebied (en natuurgebied)

Next
Next

Waterdoorlatende bedekking is verharding en dus vergunningsplichtig