Raad van State schorst toelating pop-up zomerbar in landschappelijk waardevol agrarisch gebied (en natuurgebied)

In een arrest van 22 maart 2024 (nr. 259.233) schorst de Raad van State het besluit van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Lede dat toelating geeft voor het organiseren van een pop-up bar. De Raad oordeelt dat de gemeente niet heeft onderzocht of de zomerbar inpasbaar is in landschappelijk waardevol agrarisch gebied en natuurgebied.

Nu een pop-up bar niet te verenigen valt met de bestemmingen van het betrokken gebied, moet beroep worden gedaan op de uitzonderingsbepalingen voor sociaal-recreatief medegebruik uit artikel 4.4.4 VCRO. De dubbele toets die hiervoor moet worden uitgevoerd, wordt nogmaals nader toegelicht.

De Raad oordeelt als volgt:

‘Daar niet in te zien valt dat de door het bestreden besluit toegelaten zomerbar de in het gewestplan voorziene bestemmingen zou betreffen, diende de verwerende partij prima facie na te gaan of er wettig toepassing kan worden gemaakt van de als volgt luidende afwijkingsmogelijkheid van artikel 4.4.4, § 1, eerste lid, VCRO

[…]

De beslissende overheid dient dus te onderzoeken of het gaat om sociaal-cultureel of recreatief medegebruik dat door zijn beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemmingen van de gebieden niet in het gedrang brengt (hierna: de afwijkingstoets). Op het eerste gezicht dient de afwijkingstoets te bestaan uit twee stappen. Eerst dient de overheid nauwkeurig te inventariseren welk gebruik er van het betrokken terrein zal worden gemaakt om uit te kunnen maken dat dit effectief sociaal-cultureel of recreatief is. Vervolgens dient de overheid na te gaan of dit gebruik daadwerkelijk een beperkte impact heeft zodat het de verwezenlijking van de algemene bestemming van het gebied niet in het gedrang brengt.

[…]

Te dezen kan op het eerste gezicht noch uit de overwegingen van het bestreden besluit, noch uit de stukken van het administratief dossier worden opgemaakt dat de verwerende partij de tweeledige afwijkingstoets heeft uitgevoerd. De activiteiten die op het betrokken terrein mogen plaatsvinden zijn immers enkel omschreven als een zomerbar en er lijkt niet te zijn nagegaan of het gebruik van het terrein slechts een beperkte impact heeft die de verwezenlijking van de algemene bestemmingen landschappelijk waardevol agrarische gebied en natuurgebied niet in het gedrang brengt.’

[eigen aanduiding]

Eerder vernietigde de Raad ook al meermaals de toelating voor een pop-up bar in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

Toen overwoog de Raad bv. ook al als volgt:

'Prima facie kunnen noch de verwerende partij, noch de tussenkomende partij er van overtuigen dat te dezen het hiervoor bedoelde onderzoek naar de impact van de vergunde pop-up op de verwezenlijking van de algemene bestemming van het landschappelijk waardevol agrarisch gebied is uitgevoerd.

Het tussengekomen arrest sluit dus aan bij de arresten van de Raad van State van 27 juli 2022 (nr. 254.297), 4 mei 2023 (nr. 254.297) en 9 juni 2023 (nr. 256.754).

Previous
Previous

Raad van State verwerpt 2 vorderingen tot schorsing gericht tegen fusies gemeenten

Next
Next

Stemplicht bij Europese verkiezingen voor 16-plussers